In het rustige plaatsje Whaston wonen twee amateur-astronomen, die iedere avond in hun privé observatorium te vinden zijn. Op zekere avond is er iets bijzonders aan de hemel te zien. Dean Forsyth en zijn helper Omnicron aan de ene kant en Dr. Hudelson aan de andere kant menen allebei de eer van de ontdekking te kunnen op eisen. De vriendschap tussen de twee astronomen bekoeld al spoedig, als geen van beiden wil toegeven.
Er ontstaat grote opschudding, als de sterrenwacht van Pittsburg bekend maakt, dat de meteoor van massief goud is...
Deze reusachtige maar onbereikbare goudschat trekt de aandacht van een buitengewoon zonderling persoon, een zekere Zéphyrin Xirdal en die bouwt een apparaat, waarmee gebonden stralen kunnen worden uitgezonden. Die stralen trekken de meteoor naar de aarde en langzaam wordt het duidelijk, waar de meteoor zal neerstorten...