‘Evana bleef onzeker staan bij de grote poort van de ruimtehaven. Achter haar klonk een geluid en ruwe handen sloten zich om haar mond, grepen haar armen vast. Ze werd opgetild en door een deur in een vleugelloos vliegtuig geduwd, dat meteen omhoog dwarrelde op een manier, zoals rook uit een schoorsteen in de lucht verdwijnt.’ Dit is het begin; het begin van een avontuur dat Evena, alleen en onbeschermd in de ongelooflijke uitgestrektheid van de Randwerelden, nimmer zou vergeten. Ze had de overbevolkte en decadente aarde verlaten en was gevlucht naar dit stelsel in opbouw, waar voor iedereen een taak was. Maar ze had niet verwacht ooit voor Arthur Blord te werken, een man, die machtiger en rijker was dan wie dan ook in het universum. Samen vechten Arthur en Evana tegen SKAL, een wezen dat, eenzaam in zijn eeuwenoude vesting, zijn plannen beraamd. Want SKAL haat de mensheid in het algemeen en Arthur Blord in het bijzonder.