In ‘De Klauw van de Middelaar’ vervolgt Severian als banneling zijn tocht in de toenemende duisternis van een slagschaduw die als een niet te miskennen voorteken boven de verwarrende wereld van Arda hangt. Zijn reisdoelen: de stad Thrax en, uiteindelijk, zijn lotsbestemming. Zijn belangrijkste reisgezellen: het eeuwenoude beulszwaard Terminus Est en de Klauw van de Middelaar, een juweel waarbinnen magische krachten huizen. Gaandeweg treft de gewezen folteraar zowel adembenemende schoonheid als hartstokkende gruwelen en overtuigd geboefte. En als dat laatste en masse de veile kop opsteekt, rest er nog slechts één vraag: is de weg die Severian moet gaan die van de gedoemde of die van de uitverkorene?