Voor de bewoners van de wereld Arda, het decor van 'De Schaduw van de Folteraar' is het verleden een raadselachtige zaak. Ooit zou zich een wereldomvattende ramp hebben voltrokken, maar zo ja, dan is die al wel heel lang geschiedenis. Zelfs meester Gurloes, die aan het hoofd staat van de Eerwaarde Orde - ook wel geheten het gilde der Zoekers naar Waarheid en Boete, meestal geheten het Gilde der Folteraars - weet er het fijne niet van. In deze onzekere wereld maken we kennis met Severian, dan nog aspirant-folteraar. Severian haat de Autarchie van Arda en hij veracht de exultanten. Van alle waarden aanvaardt hij er slechts één: loyaliteit jegens zijn gilde. Maar - als dat zo is - hoe komt Severian er dan toe om tijdens een schermutseling op een nevelige grafplaats het leven te redden van de rebel Vodalus van het Woud? Hoe het zij, nauwelijks wordt Severian bevorderd tot gezel van het folteraarsgilde of het gaat grondig mis: omwille van de schone Chatelaine Thecla doet hij zijn gelofte geweld aan. Meester Gurloes en het gildenrecht zijn onverbiddelijk. De toegang tot de Matachijnse toren, het gildenhuis, wordt Severian voorgoed ontzegd. Met als enige reisgezellen het eeuwenoude beulszwaard Terminus Est en de Klauw van de Middelaar, een juweel waarbinnen magische krachten huizen - of zit het toch anders? - zet hij de eerste schreden op een pad dat hem zowel langs innemende pracht als huiveringwekkende zaken naar zijn lotsbestemming zal voeren.