In 1933 vormen zich rond de Duce in Italië twee kampen van voor- en tegenstanders.
Rond en in Rome tekenen zich de eerste tegenstellingen af tussen voor- en tegenstanders van de Duce. De verzetsheld Carlo Stevo vindt de dood in één der eerste concentratiekampen. Marcella Sarte die zijn strijd wil voortzetten en een aanslagop de Duce pleegt, volgt hem in de dood. Tegenover deze tegenwerkers staan de mensen die profiteren van het nieuwe regiem: Angiola di Credo, een aan lager wal geraakte adellijke dame en Alessandro Sarte, een succesvol arts. En om die twee groepen heen degrijze massa die nauwelijks weet waarover het gaat, zoals moeder Dida.