Dit boek is eigenlijk het vervolg op 'Jeroen en de Zilveren Sleutel', waarin verteld werd hoe Jeroen door de man Pieter tot Drager van de Zilveren Sleutel wordt uitverkoren, om overal waar iemand in nood verkeert te helpen. In dit boek ondervindt hij even ongelooflijke avonturen. Omdat hij op zijn tochten de vrienden niet altijd kan blijven meenemen, koop Jeroen het laatste stukje van het rijk van koning Anna de eerste (die zo graag Piet had geheten), op dezelfde dag dat de koning voor de 50ste maal zijn laatste onderdaan, de baars Frederik, heeft gevangen. Om te kunnen betalen moet Jeroen Pannetje Boordevol van de bodem van de zee gaan halen., waar de kreeftenkoningin het als bed gebruikt. Hij komt ook nog boven de wolkeschepen, die het laten sneeuwen. Maar voor het zover is, staan er in het dorp op de heuvel niet alleen huisjes voor de oude vrienden Kees de Schildpad, Isidoor de Ezel, het paard Februari en Pluimstaart, maar ook voor Hein de Haring, Simon de Olifant met zijn gebroken hart, het marmotje Vijgebuikje, Dora het Hert, die zo graag winkeljuffrouw wilde worden, de weduwe Elisabeth de Aap met haar zoontje en Alexander de Beer, die burgemeester wordt en de baas is, terwijl de Drager van de Zilveren Sleutel zijn strijd voortzet tegen lelijke heksen en boze tovenaars.