Meester Pompelmoes voelde zich de laatste tijd een beetje vermoeid. Daarom ging hij naar een dokter, die hem van top tot teen onderzocht. Maar de dokter kon niets vinden. 'Iedere dag die kinderen om je heen,' zei de dokter, 'dat maakt u natuurlijk moe en zenuwachtig. U moest eens wat afwisseling hebben. U moest eens gaan roeien en vissen.' En daar gaat Meester Pompelmoes om vier uur ’s ochtends uit vissen, maar niet om iets te vangen. Dat laatste pakt wel heel anders uit. In deze verhalenbundel speelt Meester Pompelmoes weer goedgehumeurd de hoofdrol en beleeft hij malle avonturen. Het spookt in het verlaten landhuis, de Haastige Spoed, de drijvende duintop en het vliegende jongetje verschijnen ten tonele. En of hij wil of niet, de ouderwetse Meester Pompelmoes moet met zijn tijd meegaan, hij koopt een auto, maar wat voor één! Altijd gebeuren er de gekste dingen.