Deze debuutroman beschrijft de 'opvoeding' van een jongeman tot instrument van de duivel. De jongeman is Ian Wharton, een dikkige, kleurloze knaap die echter het vermogen bezit ieder beeld dat voor zijn geestesoog verschijnt binnen te treden en daar van allerlei streken uit te halen. De duivel, in de persoon van de lijvige, eeuwig sigaren paffende Broadhurst, helpt Wharton dit vermogen verder te ontwikkelen en krijgt hem zo volledig in zijn greep. Het gevolg: vele wetsovertredingen.