Het is 1573. Haarlem heeft zich zojuist overgegeven aan de Spaanse troepen. Welk lot staat de bange inwoners te wachten? De vrouwen zijn bijeengedreven in de Grote Kerk, die de Spanjaarden misschien in brand zullen steken, zoals ze in Naarden en Zutphen deden. Helemaal per ongeluk ontvlucht Urseltje de kerk samen met de dochter van de beul. Wordt ze nu besmet door het kwaad? Want de beul is een paria met wie de rest van de stad liever niets te maken wil hebben. Gaandeweg ontdekt ze dat de beul ook maar een mens is, al heeft hij magische krachten.