In de eenentwintigste eeuw vindt de mensheid de weg naar de sterren. De planeten van Tau Ceti, Procyon en Epsilon Eridiani worden bewoond door diverse intelligente soorten die beurtelings sluw, poëtisch, vechtlustig, vindingrijk, zachtmoedig en hebzuchtig zijn - net mensen. Maar heel anders dan mensen zijn ze in hun verschijningsvorm, taal, kledij en gewoonten, en juist die verschillen vormen de basis voor deze verrassende, deels dwaze geschiedenissen. Sprague de Camp vertelt over reizen en lotgevallen van mensen en andere wezens, en doet dat met zo'n overtuiging, dat zelfs een Shu'akhfa erin zou gaan geloven.