Jirelle beschrijft de ontwikkelingen van de gelijknamige hoofdpersoon, een jonge vrouw met bijzondere vermogens. Zij wordt zich daarvan echter pas bewust als ze ontvoerd wordt door de aer'hûmli, een op mensen lijkend volk dat haar in contact brengt met haar innerlijke kwaliteiten en haar eigen kracht. De aer'hûmli hebben haar nodig in hun strijd tegen een vijand die al het leven bedreigt: Sh'tin, heer van het Duister; een immens kwaadaardige energievorm die op gruwelijke manier de wereld terroriseert. De aer'hûmli bestrijden hem met behulp van hun ver ontwikkelde energetische vermogens: Aardkracht (het fysieke niveau), Voelkracht (het emotionele niveau) en Geestkracht (het mental niveau). Er gaat een nieuwe wereld voor Jirelle open. Terwijl ze zichzelf leert kennen en haar eigen vermogen leert gebruiken, onder andere in de weergaloos spannende strijd tegen de Sh'tin, vindt ze haar plaats in deze wereld. Ze komt voor grote uitdagingen te staan, die ze met moed en humor tegemoet treedt - uitdagingen waarvan haar liefde voor haar ontvoerder Lr'yn misschien nog wel de grootste is. Het is ontroerend en meeslepend hoe hun band zich ontwikkelt naarmate Jirelle meer zichzelf durft te zijn. Het boek beschrijft een vreemde wereld, die echter ook in werkelijkheid zou kunnen bestaan en verrassend herkenbaar is. Want de meeste vermogens die in dit boek worden beschreve, zijn al bij veel mensen gewekt en enigszins tot ontwikkeling gekomen. Het boek geeft een inspirerende kijk op kracht en identiteit.