Een groen, vijfogig ruimtewezen geeft les aan zijn leerlingen over 'het aardsjong', een baby op de planeet aarde. Op ludieke karikaturale wijze wordt verteld welke rassen er zijn, hoe ze er uit zien (tentakels met voelsprieten), waarom ze haren hebben en kleren dragen, hoe ze eten, hoe ouders met aardsjonkies omgaan, hetgeen soms wel erg wreed wordt voorgesteld (vader gooit baby de lucht in, probeert hem op te vangen, dit mislukt en het aardsjong valt gelukkig zacht op de poes).