De tweede bundel Griezelverhalen is samengesteld in de bekende Hitchcock-geest, in deze zin dat de hier gebundelde verhalen eerder vallen onder het van intense huiver doortrokken genre thriller en suspense, dan in de categorie van de ouderwetse griezelverhalen à la Frankenstein. Vroegere griezelschrijvers namen naar onze smaak al te vaak hun toevlucht tot bloederige lijken, vampiers, spoken, monsters, ongedierte in schimmelige kelders, materialisaties van Het Boze en dergelijke; ze vervielen meestal in het melodramatische, drakerige, van-dik-hout-zaagt-men-planken. De moderne schrijvers zijn subtieler, bewegen zich op een hoger niveau en weten ook in een schijnbaar 'gewone' geschiedenis een 'griezelige' sfeer te leggen, die de lezer niet meer loslaat. Het huiveringwekkende wordt zonder kunstmiddelen opgeroepen als het ware tussen de regels door, en stijgt in de loop van het verhaal tot een haast ondraaglijke climax. Bovendien is het vakmanschap van de schrijvers in deze bundel van constant hoog gehalte; daarvoor staan wereldberoemde namen als Graham Greene, Ray Bradbury, Dorothy Sayers, Muriel Spark, Roald Dahl en dergelijke trouwens borg. Deze bundel, die als ondertitel 'Verhalen voor Hitchcock' zou kunnen dragen, zal de talloze suspenseliefhebbers en hen die van een goed verhaal weten te genieten, ongetwijfeld bekoren.