In deze Omnibus zijn alle belangrijke auteurs, alle genres en facetten van de rijke Russische literatuur vertegenwoordigd. De grote, bekende schrijvers, met een of meer verhalen die het stempel dragen van hun meesterschap: Poesjkin, Gogol, Toergenew, Dostojewski, Tsjechow, Gorki, Tolstoj, Pasternak. Maar ook minder genoemde schrijvers met juwelen van verhalen, onvergankelijke monumenten van vertelkunst. Charmante verhalen, die de traditie, de folklore van Rusland sfeervol kenmerken: het Rusland van de sneeuw, de trojka, de samowar, de pope. Door verschillende hedendaagse schrijvers wordt het nieuwe Rusland getypeerd: het Rode Leger, de studentengemeenschap in de Sovjetstaat, het opkomende sovjet-intellectualisme, de zuiveringsacties. Maar juist de algemeen menselijke thema's, de diepste roerselen der menselijk ziel weet de Russische vertelkunst zo raak te treffen in fijnzinnige sprookjes en novellen, romantisch, idyllisch, humoristisch of navrant-psychologisch. Griezelgeschiedenissen en kolderverhalen, een opwindende spiritistische séance en een poëtisch verhaal over een jonge liefde: uitersten en tegenstellingen die de Russische literatuur zo veelzijdig en aantrekkelijk maken.