Aan de zevenduizend jaar durende oorlog was eindelijk een eind gekomen. Slechts één man was overgebleven die kon vertellen over de tijd waarin de goden nog op aarde woonden om troost en raad te geven aan hun sterfelijke kinderen. Slechts één man kon uit ervaring vertellen hoe de duistere god Torak de Orbus stal van Aldur, waardoor de aarde uiteenspleet en goden en mensen in een helse strijd verzeild raakten. Alleen Belgarath de tovenaar had vanaf het begin deel uitgemaakt van die geschiedenis. Lang voordat de strijd begon, trok Belgarath, geboren in het dorpje Gara, als jongeling de wijde wereld in en trad hij, na vele omzwervelingen, in dienst bij de god Aldur. Na jaren van studie, toen hij van jongen tot man was geworden, was hij zo ver dat hij een instrument van de Voorspelling kon worden. Maar zijn niet-aflatende toewijding dreigde hem te beroven van datgene wat hem het dierbaarst was.