In het fantastische verhaal 'De Spookdiligence' vertelt Henriëtte van Eyk van tante Katrijn, die zo oud is, dat ze praktisch familie is van iedereen. Ze heeft de tachtigjarige oorlog meegemaakt, ze zwierf rond bij de stallen als Jacoba van Beieren uitreed op de valkenjacht en ze heeft zelfs Radbout, Grote Pier en Lanceloet nog gekend. Ze trok door de eeuwen en ze trok door het land, en ze heeft van alle voertuigen haar hart verpand aan de diligence. Nog steeds kan men haar door de straten zien rijden in haar met vier schimmels bespannen postwagen, maar het kan niemand wat schelen. De mensen hebben trouwens ernstiger zaken aan hun hoofd. Alleen de paar mensen die door tante Katrijn worden uitgekozen om - soms tegen hun zin - haar te vergezellen op reisjes door het verleden, zullen iets begrijpen van haar roeping in deze tijd.