‘Waarom zien alle bladeren hier zwart?’ fluistert Tosca. De gids draait naar zijn boog. ‘Ik vrees dat het geen bladeren zijn.’ Het woud lijkt plotseling te exploderen. Tienduizenden vleermuizen stijgen klapperend op en laten kale takken achter, wit van de vleerpoep. Ze klonteren samen tot een griezelig magere gedaante, zijn armen dun en eindeloos lang. Uit zijn oogkassen groeien naaldtanden. ‘Vlad?’ vraagt de Mentor. ‘Vlad de Spietser?’