Ooit waren er de Vier Wapens van de Macht, toebehorend aan de vier takken van het magiërsvolk. Nu, millennia later, zijn alleen de menselijke magiërs nog over en worden de Wapens van de Macht als verloren gegaan beschouwd, tot de komst van Aurian. In haar zien de laatste overlevende magiërs, onder wie de verschrikkelijke aartsmagiër Miathan, een middel om de Wapens weer in hun bezit te krijgen en zodoende roemruchte tijden van weleer te doen herleven. Maar Aurian, telg van Gerlant de Vuurmagiër en Eilin, de vrouwe van het meer, is een koppige vrouw, bovendien behendig met het zwaard en vaardig in de magische kunsten. Ondanks deze talenten is zij aanvankelijk niet opgewassen tegen de gezamenlijke inspanning van de zwarte magiërs. Met in haar bezit de herschapen Staf van de Aarde, een van de Wapens van de Macht, vlucht de inmiddels zwanger geraakte Aurian in gezelschap van de halfbloed magiër Anvar naar de Zuidelijke Koninkrijken, en verder, naar het Rijk van de geheimzinnige Xandim, en nog verder, naar de stad van de Wolkenruiters, hoog in de bergen, op zoek naar de Harp der Winden. Maar de lange arm van Mathian reikt ver.