William Gibson is de toonaangevende schrijver van de stroming die algemeen wordt aangeduid als Cyberpunk. Zijn romans spelen zich af in de supersnelle, hallucinerende samenleving van morgen: een wereld van ontzagwekkende metropolen, van alles en iedereen beheersende multinationals, en van de matrixruimte ­ de sub-wereld van elektronische bestanden en programma’s ­ waar één fout voldoende is om de gebruiker levenslang te ontregelen. Zenumagiër ­ bekroond met de Hugo, Nebula én Philip K. Dick Award ­ is het verhaal van Case, een computercowboy die na een ruzie met zijn laatste werkgever aan zeer lage wal geraakt. Door toedoen van Molly, een samoerai van de straat, krijgt hij nieuw werk, maar dat is illegaal en levensgevaarlijk. Zal hij zich bijtijds kunnen ontworstelen aan een netwerk dat allerlei mensen en zaken met elkaar lijkt te verbinden? En zo ja, wat blijft er dan van hem over? In Biochips wordt de verhaallijn uitgezet door Bobby Newark, alias Count Zero, een joch dat zich ten doel heeft gesteld naam en faam te vergaren als de beste computercowboy. Als hij met een gehuurd toetsenbord een uitstapje in de matrixruimte maakt, wekt hij zodoende de mateloze interesse van personages voor wie een mensenleven van nul en generlei waarde is. In Mona Lis Overdrive beraamt een meesterbrein vanuit de matrixruimte een plan om de internationaal aanbeden netwerk-ster Angie Mitchell te kidnappen. Dat voornemen blijkt niet gemakkelijk uitvoerbaar doordat de onbetwiste alleenheersers van de Japanse onderwereld op mondiaal niveau beginnen te manipuleren met mensen en gebeurtenissen om hun eigen duistere doeleinden te verwezenlijken. Dat wil zeggen, dat denken ze...