Edward, een wat vereenzaamde geschiedenisdocent uit Cambridge van achter in de veertig, wordt door een oude vriend in Thurchester uitgenodigd. Eenmaal aangekomen krijgt Edward het onaangename gevoel niet welkom te zijn. Niet alleen wordt hij pijnlijk aan zijn verleden herinnerd, ook blijkt hij langzaam maar zeker te worden betrokken bij een bizar complot. Als hij zich op onderzoek stort naar een oud manuscript over de negende-eeuwse koning Alfred de Grote, zijn specialisme, blijkt de schijnbaar zo rustige wereld van historici en archivarissen een wespennest van academische intriges en meedogenloze concurrentie te zijn. Dan wordt er een zestiende-eeuws lijk ontdekt in de kathedraal van Thurchester.