Ze doorzochten het schip van boeg tot steven. In totaal troffen ze zes geraamtes aan. Ze lagen in ruimten waar van alles was beschadigd. Diepe krassen en voren in de wanden, verwrongen spanten, gebroken meubilair. Alsof deze wezens stuk voor stuk tijdens een gevecht gesneuveld waren; Niet op afstand met een laserschot, maar man-tegen-man. Eén van de griezels hing half uit de stoel waarin hij had gezeten, met één afgerukte staart nog in een gat van de zitting. In het nabije kegelvormige gebouw liepen lange kabels kris-kras door de ruimte, die een soort spinnenweb vormden van de nok tot de grond. Stapels kabels lagen te wachten om te worden aangebracht. Rudy zag twee te pletter gevallen geraamtes die de staarten rondom elkaars ledematen hadden gewikkeld. Hier hadden dezelfde verbitterde gevechten plaats gevonden als in het schip, maar nu hoog boden de grond. Opeens hoorden ze in hun radio een stem die zei: 'Szan eyes zonszassene! Eys zitzüü ystiastûzizu? De mensheid heeft haar eerste ontmoetingen met twee vergevorderde anderlingrassen. Daarmee begint het gevecht om te overleven...