'Hoi,' zegt Liesje. 'Wie ben jij? En wat zie jij er raar uit. Je bent groen.' 'Bij ons is iedereen groen of blauw,' zegt Zip. 'En jij bent bruin.' Liesje vindt Zip wel aardig. Hij heeft een lampje op zijn kop. En knopjes op zijn buik. Ze neemt hem eerst mee naar huis. Daarna moet ze naar school. Zip zegt: 'Dan ga ik mee.' Liesje en Zip blijven niet lang samen. Want Zip gaat weer terug, in een raket.