(Data import; schrijvers - base-props) |
(Data import; schrijvers - main-props) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | + | Geboren te Husum. Was een Duits schrijver uit het realisme. Hij schreef 58 novelles en een aantal bekende gedichten.Storm was de zoon van een advocaat in Husum, dat in die tijd in Denemarken lag. Hij studeerde recht te Kiel en vervolgens Berlijn, en in 1843 was hij zelf advocaat. In dat jaar keerde hij naar huis terug en publiceerde met Theodor Mommsen een gedichtenbundel. Hij begon verhalen te schrijven; in 1846 huwde hij. Daar hij echter gekant was tegen de Deense bezetting van Holstein ging hij in 1843 in vrijwillige ballingschap naar Pruisen. In Potsdam ontmoette hij Eichendorff, Heyse en Fontane, en ook Mörike en later vooral Keller behoorden tot zijn vriendenkring. Hij bleef eenentwintig jaar in ballingschap; zijn reputatie als novellist en dichter was aanzienlijk. In 1856 verhuisde hij naar Heiligenstadt, waar hij, na in Potsdam drie jaar op proef, en zonder vergoeding, te hebben gewerkt, tot rechter werd benoemd, waarvoor hij eveneens weinig werd betaald. Daar Storm echter uit een patriciërsgeslacht stamde, heeft hij nooit om den brode hoeven te schrijven. In 1864 werd Denemarken verslagen en keerde Storm als landvoogd van Husum naar huis terug, alwaar hij twee jaar later hertrouwde en als rechter werkzaam bleef, ondanks zijn nu groeiende antipathie jegens Pruisen, dat Schleswig veroverde. Zijn laatste jaren bleken zijn vruchtbaarste: 'Pole Poppenspäler' werd een zeer beroemde novelle. Hij ging in 1880 met pensioen in Hademarschen, om zich volledig aan zijn literaire activiteiten te kunnen wijden. Zijn meesterwerk, 'Der Schimmelreiter', schreef hij in zijn laatste levensjaar. Overleden te Hanerau-Hademarschen. |
Huidige versie van 24 dec 2021 om 18:16
Geboren te Husum. Was een Duits schrijver uit het realisme. Hij schreef 58 novelles en een aantal bekende gedichten.Storm was de zoon van een advocaat in Husum, dat in die tijd in Denemarken lag. Hij studeerde recht te Kiel en vervolgens Berlijn, en in 1843 was hij zelf advocaat. In dat jaar keerde hij naar huis terug en publiceerde met Theodor Mommsen een gedichtenbundel. Hij begon verhalen te schrijven; in 1846 huwde hij. Daar hij echter gekant was tegen de Deense bezetting van Holstein ging hij in 1843 in vrijwillige ballingschap naar Pruisen. In Potsdam ontmoette hij Eichendorff, Heyse en Fontane, en ook Mörike en later vooral Keller behoorden tot zijn vriendenkring. Hij bleef eenentwintig jaar in ballingschap; zijn reputatie als novellist en dichter was aanzienlijk. In 1856 verhuisde hij naar Heiligenstadt, waar hij, na in Potsdam drie jaar op proef, en zonder vergoeding, te hebben gewerkt, tot rechter werd benoemd, waarvoor hij eveneens weinig werd betaald. Daar Storm echter uit een patriciërsgeslacht stamde, heeft hij nooit om den brode hoeven te schrijven. In 1864 werd Denemarken verslagen en keerde Storm als landvoogd van Husum naar huis terug, alwaar hij twee jaar later hertrouwde en als rechter werkzaam bleef, ondanks zijn nu groeiende antipathie jegens Pruisen, dat Schleswig veroverde. Zijn laatste jaren bleken zijn vruchtbaarste: 'Pole Poppenspäler' werd een zeer beroemde novelle. Hij ging in 1880 met pensioen in Hademarschen, om zich volledig aan zijn literaire activiteiten te kunnen wijden. Zijn meesterwerk, 'Der Schimmelreiter', schreef hij in zijn laatste levensjaar. Overleden te Hanerau-Hademarschen.