(Data import; schrijvers - base-props)
(Data import; schrijvers - main-props)
Regel 1: Regel 1:
 
+
Geboren te Londerzeel. Jacob Lodewijk Gerard baron Walschap was een Vlaams schrijver, vooral van romans. Walschap was de zoon van een kleine kruidenier. Hij was op school een goede leerling en wilde missionaris worden, en grootse dingen doen, volkeren bekeren, zoals hij later zelf zei. In Leuven begon hij aan de studie voor priester, maar vlak voor hij de eerste wijdingen zou ontvangen, stopte hij ermee. Hij besefte dat priesterschap en celibaat niet aan hem waren besteed. Hij ging werken op de redactie van het katholieke Vlaamse weekblad Het Vlaamsche Land en later voor Hooger Leven. Zijn verhalen wekten veel ergernis en de Rooms-Katholieke kerk maakte voortduren bezwaar tegen zijn werk. Hij breek met de kerk en publiceert het vlugschrift 'Vaarwel dan'. Als schrijver debuteerde hij met romantische verzen en enkele katholiek getinte toneelstukken. In 1925 trouwde hij met Marie-Antoinette "Ninette" Theunissen, met wie hij vier zonen en een dochter kreeg - en tijdens een vakantie in Wenduine in de zomer van 1928 begon hij met het schrijven van wat een novelle volgens de nieuwe inzichten moest worden. Maar, vertelde hij daarover zelf, ik kon niet meer stoppen, ik schreef en schreef maar. En toen het af was, had ik 'Adelaïde' geschreven. In 1948 verschijnt 'Zwart en Wit' waarin hij de situatie van 1940-1945 weergeeft en vooral de collaborateurs hekelt, wat hem een lading nieuwe vijanden opleverd. Overleden te Antwerpen.

Versie van 24 dec 2021 18:34

Geboren te Londerzeel. Jacob Lodewijk Gerard baron Walschap was een Vlaams schrijver, vooral van romans. Walschap was de zoon van een kleine kruidenier. Hij was op school een goede leerling en wilde missionaris worden, en grootse dingen doen, volkeren bekeren, zoals hij later zelf zei. In Leuven begon hij aan de studie voor priester, maar vlak voor hij de eerste wijdingen zou ontvangen, stopte hij ermee. Hij besefte dat priesterschap en celibaat niet aan hem waren besteed. Hij ging werken op de redactie van het katholieke Vlaamse weekblad Het Vlaamsche Land en later voor Hooger Leven. Zijn verhalen wekten veel ergernis en de Rooms-Katholieke kerk maakte voortduren bezwaar tegen zijn werk. Hij breek met de kerk en publiceert het vlugschrift 'Vaarwel dan'. Als schrijver debuteerde hij met romantische verzen en enkele katholiek getinte toneelstukken. In 1925 trouwde hij met Marie-Antoinette "Ninette" Theunissen, met wie hij vier zonen en een dochter kreeg - en tijdens een vakantie in Wenduine in de zomer van 1928 begon hij met het schrijven van wat een novelle volgens de nieuwe inzichten moest worden. Maar, vertelde hij daarover zelf, ik kon niet meer stoppen, ik schreef en schreef maar. En toen het af was, had ik 'Adelaïde' geschreven. In 1948 verschijnt 'Zwart en Wit' waarin hij de situatie van 1940-1945 weergeeft en vooral de collaborateurs hekelt, wat hem een lading nieuwe vijanden opleverd. Overleden te Antwerpen.