(Data import; schrijvers - page-props) |
(Data import; schrijvers - main-props) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | + | Geboren te Amsterdam. Zoon van Evert de Wolf, schilder, en Johanna Maria Elisabeth Strübe. Gehuwd op 13-10-1926 met Francine Josephine Adolphine Menks. Henk de Wolf behaalde het mulo-diploma aan de Amstelschool te Amsterdam. Daarna ontving hij een kantooropleiding om vervolgens een administratieve functie te vervullen bij de Amsterdamsche Droogdok Maatschappij. Door huiselijke omstandigheden had hij moeten afzien van zijn eigenlijke aspiratie: een universitaire studie in de wijsbegeerte. Ter compensatie nam hij in het begin van de jaren twintig deel aan de filosofiecursussen van prof. Leo Polak en J.D. Bierens de Haan aan de Amsterdamse Volksuniversiteit. In 1925, na zijn ontslag wegens malaise bij de Droogdok Maatschappij, monsterde hij aan bij de Holland-Oost-Afrika-lijn en maakte hij een reis rond Afrika. Tijdens deze tocht bereikte hem een telegram van een oud-collega, werkzaam bij de nog jonge Hilversumsche Draadlooze Omroep (HDO), met de uitnodiging daar te komen assisteren bij het propagandawerk. Op 8 februari 1926 trad De Wolf bij de HDO in dienst als correspondent-propagandist. Hij ging mee met dit zendstation toen het eerst de Algemeene Nederlandsche Radio Omroep (ANRO) werd en vervolgens, op 1 januari 1928, opging in de Algemeene Vereeniging Radio Omroep (AVRO). Intussen was hij assistent geworden van de programmaleider en verzorgde hij de correspondentie en de contractadministratie van de artiesten en andere free-lance medewerkers. In 1938 werd hij leider van de afdeling 'Gesproken Woord'. In dat jaar deed de administrateur van de AVRO, F.C. van der Woord, hem het idee aan de hand een speciaal kinderprogramma te verzorgen 'voor het slapen gaan' van de kleintjes. Zo ontstond het bekende en veel beluisterde: 'Het klokje van zeven uur en dus...' Daarin vertelde Henk de Wolf zijn zelf geschreven verhaaltjes, waarin figuren als juffrouw de Uil, kabouter Pimpernokkel, koning Kaskoeskilewan, hofnar Krokeledokus en de koksmaat belangrijke rollen vervulden. De vertelsels werden begeleid met geïmproviseerde piano- of orgelmuziek, eerst door Egbert Veen sr., daarna door Pierre Palla en, na diens overlijden, door Jacques Schutte. Met een onderbreking tijdens de oorlogsjaren van 1941 tot 1945 verzorgde De Wolf dit programma tot 7 mei 1970 , zes jaren na zijn pensionering. Veel verhalen bundelde hij in een reeks boeken, en een aantal ervan heeft hij op de grammofoonplaat gezet. In de oorlogsjaren bekleedde De Wolf weliswaar functies bij de onder Duits toezicht staande Rijksradio-omroep De Nederlandsche Omroep, maar ze waren dekmantel voor illegale werkzaamheden. Hij behoefde na de oorlog niet gezuiverd te worden om zijn taak, programmaleider, bij de AVRO te hervatten. Naast zijn functionele werkzaamheden, schreef hij talloze artikelen in De Radiobode , vertaalde hoorspelen en presenteerde voor de microfoon rubrieken als 'Hoogste tijd, heren', 'Even afrekenen, heren' en 'De Brandweer', discussieprogramma's over allerlei actuele zaken. Ook gaf hij stem aan 'De Groenteman', een voorlichtingsprogramma in samenwerking met het Centraal Bureau van Tuinbouwveilingen. De Wolf zou zich bovendien niet louter tot omroepwerk bepalen. Onder het pseudoniem 'Emiel van den Brande' schreef hij verscheidene teksten van populair geworden liedjes. Tot zijn pensionering op 1 januari 1964 trad De Wolf ten slotte - na het plotseling overlijden in maart 1963 van AVRO-directeur D. Repko - nog als waarnemend directeur op. Henk de Wolf was een actief, creatief mens, die niet alleen aan zichzelf maar ook aan zijn medewerkers hoge eisen stelde. Zij moesten geestdriftige vakmensen zijn die in teamverband wisten samen te werken. Hij was geen man die publiciteit zocht, het werk ging vóór alles. Hoewel veeleisend gold hij bij zijn collega's als aimabel, omdat hij in de omgang met iedereen vanuit zijn levensvisie de waarde van de mens erkende en andere opvattingen eerbiedigde, al wilde hij opponenten graag overtuigen, maar dan niet anders dan met kracht van argumenten. In een vraaggesprek met AVRO-medewerker J. van Herpen ten behoeve van het historisch archief van het huidige Nederlands Omroepproduktie Bedrijf NV (NOB) op 16 september 1981 noemde hij zich zelf: 'een pur sang vrijdenker'. Hij wilde, zonder zich op te dringen, zijn denkbeelden handhaven en verdedigen. Lukte het niet de tegenstander tot andere gedachten te brengen dan stelde hem dat teleur, maar het leidde nooit tot verbittering. Terugkijkend op zijn leven verklaarde hij aan zijn collega Van Herpen: 'Toch, ik ben zeer gelukkig geweest ondanks de tegenwerking en de teleurstellingen die ik nog al eens ondervonden heb.' Hij doelde bij dit laatste op het niet honoreren van zijn plannen en ideeën, vooral door AVRO-directeur W. Vogt. Overleden te Soest. Co-auteurs: Hildebrand, Anton D. |
Huidige versie van 24 dec 2021 om 18:35
Geboren te Amsterdam. Zoon van Evert de Wolf, schilder, en Johanna Maria Elisabeth Strübe. Gehuwd op 13-10-1926 met Francine Josephine Adolphine Menks. Henk de Wolf behaalde het mulo-diploma aan de Amstelschool te Amsterdam. Daarna ontving hij een kantooropleiding om vervolgens een administratieve functie te vervullen bij de Amsterdamsche Droogdok Maatschappij. Door huiselijke omstandigheden had hij moeten afzien van zijn eigenlijke aspiratie: een universitaire studie in de wijsbegeerte. Ter compensatie nam hij in het begin van de jaren twintig deel aan de filosofiecursussen van prof. Leo Polak en J.D. Bierens de Haan aan de Amsterdamse Volksuniversiteit. In 1925, na zijn ontslag wegens malaise bij de Droogdok Maatschappij, monsterde hij aan bij de Holland-Oost-Afrika-lijn en maakte hij een reis rond Afrika. Tijdens deze tocht bereikte hem een telegram van een oud-collega, werkzaam bij de nog jonge Hilversumsche Draadlooze Omroep (HDO), met de uitnodiging daar te komen assisteren bij het propagandawerk. Op 8 februari 1926 trad De Wolf bij de HDO in dienst als correspondent-propagandist. Hij ging mee met dit zendstation toen het eerst de Algemeene Nederlandsche Radio Omroep (ANRO) werd en vervolgens, op 1 januari 1928, opging in de Algemeene Vereeniging Radio Omroep (AVRO). Intussen was hij assistent geworden van de programmaleider en verzorgde hij de correspondentie en de contractadministratie van de artiesten en andere free-lance medewerkers. In 1938 werd hij leider van de afdeling 'Gesproken Woord'. In dat jaar deed de administrateur van de AVRO, F.C. van der Woord, hem het idee aan de hand een speciaal kinderprogramma te verzorgen 'voor het slapen gaan' van de kleintjes. Zo ontstond het bekende en veel beluisterde: 'Het klokje van zeven uur en dus...' Daarin vertelde Henk de Wolf zijn zelf geschreven verhaaltjes, waarin figuren als juffrouw de Uil, kabouter Pimpernokkel, koning Kaskoeskilewan, hofnar Krokeledokus en de koksmaat belangrijke rollen vervulden. De vertelsels werden begeleid met geïmproviseerde piano- of orgelmuziek, eerst door Egbert Veen sr., daarna door Pierre Palla en, na diens overlijden, door Jacques Schutte. Met een onderbreking tijdens de oorlogsjaren van 1941 tot 1945 verzorgde De Wolf dit programma tot 7 mei 1970 , zes jaren na zijn pensionering. Veel verhalen bundelde hij in een reeks boeken, en een aantal ervan heeft hij op de grammofoonplaat gezet. In de oorlogsjaren bekleedde De Wolf weliswaar functies bij de onder Duits toezicht staande Rijksradio-omroep De Nederlandsche Omroep, maar ze waren dekmantel voor illegale werkzaamheden. Hij behoefde na de oorlog niet gezuiverd te worden om zijn taak, programmaleider, bij de AVRO te hervatten. Naast zijn functionele werkzaamheden, schreef hij talloze artikelen in De Radiobode , vertaalde hoorspelen en presenteerde voor de microfoon rubrieken als 'Hoogste tijd, heren', 'Even afrekenen, heren' en 'De Brandweer', discussieprogramma's over allerlei actuele zaken. Ook gaf hij stem aan 'De Groenteman', een voorlichtingsprogramma in samenwerking met het Centraal Bureau van Tuinbouwveilingen. De Wolf zou zich bovendien niet louter tot omroepwerk bepalen. Onder het pseudoniem 'Emiel van den Brande' schreef hij verscheidene teksten van populair geworden liedjes. Tot zijn pensionering op 1 januari 1964 trad De Wolf ten slotte - na het plotseling overlijden in maart 1963 van AVRO-directeur D. Repko - nog als waarnemend directeur op. Henk de Wolf was een actief, creatief mens, die niet alleen aan zichzelf maar ook aan zijn medewerkers hoge eisen stelde. Zij moesten geestdriftige vakmensen zijn die in teamverband wisten samen te werken. Hij was geen man die publiciteit zocht, het werk ging vóór alles. Hoewel veeleisend gold hij bij zijn collega's als aimabel, omdat hij in de omgang met iedereen vanuit zijn levensvisie de waarde van de mens erkende en andere opvattingen eerbiedigde, al wilde hij opponenten graag overtuigen, maar dan niet anders dan met kracht van argumenten. In een vraaggesprek met AVRO-medewerker J. van Herpen ten behoeve van het historisch archief van het huidige Nederlands Omroepproduktie Bedrijf NV (NOB) op 16 september 1981 noemde hij zich zelf: 'een pur sang vrijdenker'. Hij wilde, zonder zich op te dringen, zijn denkbeelden handhaven en verdedigen. Lukte het niet de tegenstander tot andere gedachten te brengen dan stelde hem dat teleur, maar het leidde nooit tot verbittering. Terugkijkend op zijn leven verklaarde hij aan zijn collega Van Herpen: 'Toch, ik ben zeer gelukkig geweest ondanks de tegenwerking en de teleurstellingen die ik nog al eens ondervonden heb.' Hij doelde bij dit laatste op het niet honoreren van zijn plannen en ideeën, vooral door AVRO-directeur W. Vogt. Overleden te Soest. Co-auteurs: Hildebrand, Anton D.