Regel 1: Regel 1:
 +
Geboren te Lessen, Henegouwen. René François Ghislain Magritte was een Belgisch surrealistisch kunstschilder. Toen René Magritte in 1912 dertien jaar oud was, werd zijn moeder dood uit de rivier de Samber gehaald. Zij had zich met een doek voor haar voorhoofd in het water gestort. In zijn werk verwijst hij meermaals naar dit drama met illustraties van een vrouw van wie het aangezicht bedekt is. Magritte had twee broers: Raymond en Paul. In zijn jeugd vertoonde Magritte sadistisch gedrag tegenover dieren. Hij liet een ezel verhongeren en kwelde katten en honden. Van 1916 tot 1921 kreeg Magritte een opleiding aan de Brusselse Academie. Hij volgde er les bij Gisbert Combaz, Emile Vandamme-Sylva en Constant Montald. In 1922 trouwde hij met Georgette Berger. Het huwelijk zou kinderloos blijven.
  
 +
René Magritte werkte in eerste instantie als ontwerper bij een behangfabriek en maakte naderhand ook veel affiches. Het debuut van Magritte in de schilderkunst was kubistisch, futuristisch en abstract werk, onder invloed van zijn werkbaas Victor Servranckx in de behangpapierfabriek UPL (les Usines Peters-Lacroix, in Machelen). Na de kennismaking met het werk van Giorgio de Chirico, in 1925, begon het werk van Magritte surrealistische elementen te assimileren. De Chirico beeldt voorwerpen zeer realistisch af maar in totaal verschillende causale en temporele contexten. Zo beklemtoont De Chirico de raadselachtigheid van de objectenwereld. Ook de conventionele orde en de plaatsing van de dingen wordt op die wijze geïroniseerd. Magritte maakte vooral schilderijen (olieverf op doek), maar ook gouaches, voorwerpen en collages. Onder de leiding van E.L.T. Mesens werkte hij mee aan het tijdschrift ''Oesophage'' en kreeg hij in 1927 zijn eerste individuele expositie in de galerij "Le Centaure", in Brussel. Tussen 1927 en 1930 verbleef Magritte in een voorstad van Parijs, waar zijn surrealistische visie bekroond werd met de vriendschap van Paul Eluard en van André Breton, die in 1924 al ''Het Surrealistisch Manifest'' had geschreven. Toen Breton eens eiste dat Magritte's vrouw een halsketting met een kruisje afdeed besloot hij om naar Brussel terug te keren. Toen in 1930 de "Galerie Le Centaure", waar Magritte onder contract werkte, failliet ging, kon E.L.T. Mesens al zijn werken opkopen, op dat moment circa 200. In 1934 paste Magritte en zijn entourage de techniek van het cadavre exquis ook toe met beelden in navolging van de taalexperimenten waarbij een gedicht door meerdere dichters wordt geschreven. Tussen 1934 en 1937 tekende Magritte onder het pseudoniem 'Emair' filmaffiches voor de Duitse geluidsfilmverdeler Tobis Klangfilm. Het Stadsarchief van Leuven bewaart zeven affiches die ontworpen zijn door Magritte. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vervalste Magritte kunst om in zijn levensonderhoud te voorzien. Hij vervalste vooral De Chirico’s, Picasso’s en Braques. Tijdens een korte periode, tussen 1940 en 1946, verrijkte Magritte op advies van zijn agent, zijn palet enigszins met een impressionistische accentuering (de zogenoemde 'Renoir-periode'). Dit soort stijl zou beter verkopen. In 1948 ging hij kort in stripachtige stijl schilderen, maar ook zonder succes. Maar al na korte tijd keerde Magritte terug naar zijn vroegere, bijna fotorealistische stijl, wel even agressiever, door de rumoerig geworden verhouding met zijn vorige surrealistische omgeving (Goemans, Scutenaire, Nougé, Lecomte, Souris, E.L.T. Mesens). De zwarte humor van Magritte leidde hem vaak tot een morbide figuratie, daarbij nog meer 'gesurrealiseerd' door de soms onmogelijk onwaarschijnlijke benamingen die hij zijn werk toebedeelde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte en verbleef Magritte in het Franse Carcassonne. In 1945, na zijn terugkomst in België, werd hij lid van de Communistische Partij van België. In 1953 creëerde Magritte de wandschilderingen in het Casino te Knokke aan de Belgische kust, in opdracht van de familie Nellens. Deze zijn ondertussen beschermd door de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. Hij werd in 1960 bekroond voor al zijn werk met de Belgische Staatsprijs. Het was de eerste keer dat de Staatsprijs aan een kunstschilder werd toegekend. In de jaren 50 van de twintigste eeuw was Magrittes werk erg in trek bij New Yorkse verzamelaars. Dat verklaart de grote aanwezigheid heden ten dage van Magrittes werk in Amerikaanse collecties. Ook zijn bekendste icoon ''La Trahison des Images'' bevindt er zich.  Overleden te Schaarbeek, Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan de gevolgen van alvleesklierkanker, alwaar hij ook begraven is op het gemeentelijke kerkhof. Het Brussels bestuur heeft in 2009 het graf van schilder René Magritte erkend als beschermd monument. Magritte ligt samen met zijn echtgenote Georgette Berger begraven op het gemeentelijke kerkhof van Schaarbeek, dat op het grondgebied van Evere ligt. De grafzerk van het echtpaar bestaat uit een eenvoudige granieten steen waarop de namen en geboorte- en overlijdensdata van de twee echtelieden staan. Sinds de dood van René Magritte wordt zijn graf zeer vaak bezocht door bewonderaars uit binnen- en buitenland.

Versie van 11 apr 2023 21:42

Geboren te Lessen, Henegouwen. René François Ghislain Magritte was een Belgisch surrealistisch kunstschilder. Toen René Magritte in 1912 dertien jaar oud was, werd zijn moeder dood uit de rivier de Samber gehaald. Zij had zich met een doek voor haar voorhoofd in het water gestort. In zijn werk verwijst hij meermaals naar dit drama met illustraties van een vrouw van wie het aangezicht bedekt is. Magritte had twee broers: Raymond en Paul. In zijn jeugd vertoonde Magritte sadistisch gedrag tegenover dieren. Hij liet een ezel verhongeren en kwelde katten en honden. Van 1916 tot 1921 kreeg Magritte een opleiding aan de Brusselse Academie. Hij volgde er les bij Gisbert Combaz, Emile Vandamme-Sylva en Constant Montald. In 1922 trouwde hij met Georgette Berger. Het huwelijk zou kinderloos blijven.

René Magritte werkte in eerste instantie als ontwerper bij een behangfabriek en maakte naderhand ook veel affiches. Het debuut van Magritte in de schilderkunst was kubistisch, futuristisch en abstract werk, onder invloed van zijn werkbaas Victor Servranckx in de behangpapierfabriek UPL (les Usines Peters-Lacroix, in Machelen). Na de kennismaking met het werk van Giorgio de Chirico, in 1925, begon het werk van Magritte surrealistische elementen te assimileren. De Chirico beeldt voorwerpen zeer realistisch af maar in totaal verschillende causale en temporele contexten. Zo beklemtoont De Chirico de raadselachtigheid van de objectenwereld. Ook de conventionele orde en de plaatsing van de dingen wordt op die wijze geïroniseerd. Magritte maakte vooral schilderijen (olieverf op doek), maar ook gouaches, voorwerpen en collages. Onder de leiding van E.L.T. Mesens werkte hij mee aan het tijdschrift Oesophage en kreeg hij in 1927 zijn eerste individuele expositie in de galerij "Le Centaure", in Brussel. Tussen 1927 en 1930 verbleef Magritte in een voorstad van Parijs, waar zijn surrealistische visie bekroond werd met de vriendschap van Paul Eluard en van André Breton, die in 1924 al Het Surrealistisch Manifest had geschreven. Toen Breton eens eiste dat Magritte's vrouw een halsketting met een kruisje afdeed besloot hij om naar Brussel terug te keren. Toen in 1930 de "Galerie Le Centaure", waar Magritte onder contract werkte, failliet ging, kon E.L.T. Mesens al zijn werken opkopen, op dat moment circa 200. In 1934 paste Magritte en zijn entourage de techniek van het cadavre exquis ook toe met beelden in navolging van de taalexperimenten waarbij een gedicht door meerdere dichters wordt geschreven. Tussen 1934 en 1937 tekende Magritte onder het pseudoniem 'Emair' filmaffiches voor de Duitse geluidsfilmverdeler Tobis Klangfilm. Het Stadsarchief van Leuven bewaart zeven affiches die ontworpen zijn door Magritte. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vervalste Magritte kunst om in zijn levensonderhoud te voorzien. Hij vervalste vooral De Chirico’s, Picasso’s en Braques. Tijdens een korte periode, tussen 1940 en 1946, verrijkte Magritte op advies van zijn agent, zijn palet enigszins met een impressionistische accentuering (de zogenoemde 'Renoir-periode'). Dit soort stijl zou beter verkopen. In 1948 ging hij kort in stripachtige stijl schilderen, maar ook zonder succes. Maar al na korte tijd keerde Magritte terug naar zijn vroegere, bijna fotorealistische stijl, wel even agressiever, door de rumoerig geworden verhouding met zijn vorige surrealistische omgeving (Goemans, Scutenaire, Nougé, Lecomte, Souris, E.L.T. Mesens). De zwarte humor van Magritte leidde hem vaak tot een morbide figuratie, daarbij nog meer 'gesurrealiseerd' door de soms onmogelijk onwaarschijnlijke benamingen die hij zijn werk toebedeelde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte en verbleef Magritte in het Franse Carcassonne. In 1945, na zijn terugkomst in België, werd hij lid van de Communistische Partij van België. In 1953 creëerde Magritte de wandschilderingen in het Casino te Knokke aan de Belgische kust, in opdracht van de familie Nellens. Deze zijn ondertussen beschermd door de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen. Hij werd in 1960 bekroond voor al zijn werk met de Belgische Staatsprijs. Het was de eerste keer dat de Staatsprijs aan een kunstschilder werd toegekend. In de jaren 50 van de twintigste eeuw was Magrittes werk erg in trek bij New Yorkse verzamelaars. Dat verklaart de grote aanwezigheid heden ten dage van Magrittes werk in Amerikaanse collecties. Ook zijn bekendste icoon La Trahison des Images bevindt er zich. Overleden te Schaarbeek, Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan de gevolgen van alvleesklierkanker, alwaar hij ook begraven is op het gemeentelijke kerkhof. Het Brussels bestuur heeft in 2009 het graf van schilder René Magritte erkend als beschermd monument. Magritte ligt samen met zijn echtgenote Georgette Berger begraven op het gemeentelijke kerkhof van Schaarbeek, dat op het grondgebied van Evere ligt. De grafzerk van het echtpaar bestaat uit een eenvoudige granieten steen waarop de namen en geboorte- en overlijdensdata van de twee echtelieden staan. Sinds de dood van René Magritte wordt zijn graf zeer vaak bezocht door bewonderaars uit binnen- en buitenland.