Regel 1: | Regel 1: | ||
− | Geboren in de Bronx, New York City, New York | + | Geboren in de Bronx, New York City, New York. Joanna Russ was een Amerikaanse schrijfster, academische en radicale feministe. Haar ouders waren Evarett I. en Bertha (geboren Zinner) Russ, beide leraren. Haar familie was joods. |
+ | |||
+ | Ze begon al op zeer jonge leeftijd met het maken van fictie. In de daaropvolgende jaren vulde ze talloze notitieboekjes met verhalen, gedichten, strips en illustraties, waarbij ze het materiaal vaak met de hand inbond met draad. Als senior aan de William Howard Taft High School werd Russ geselecteerd als een van de tien beste winnaars van Westinghouse Science Talent Search. Ze studeerde af aan de Cornell University , waar ze studeerde bij Vladimir Nabokov, in 1957, en behaalde haar MFA aan de Yale Drama School in 1960. Ze was kort getrouwd met Albert Amateau. Russ doceerde aan Queensborough Community College van 1966-1967, aan Cornell van 1967-1972, SUNY Binghamton, van 1972-1975, en aan de Universiteit van Colorado, Boulder, van 1975-1977. In 1977 begon ze les te geven aan de Universiteit van Washington. Ze werd in 1984 hoogleraar en ging in 1991 met pensioen. Russ ontving in 1974-1975 een National Endowment for the Humanities fellowship. | ||
+ | |||
+ | Russ werd eind jaren zestig opgemerkt in de sciencefictionwereld, met name voor haar bekroonde roman ''Picnic on Paradise''. In die tijd was SF een veld dat gedomineerd werd door mannelijke auteurs, die schreven voor een overwegend mannelijk publiek, maar vrouwen begonnen het veld in grotere aantallen te betreden. Russ was een van de meest uitgesproken vrouwelijke auteurs die de mannelijke dominantie van het veld uitdaagde, en wordt algemeen beschouwd als een van de toonaangevende feministische sciencefictionwetenschappers en schrijvers. Ze was ook een van de eerste grote sciencefictionschrijvers die slash-fictie en de culturele en literaire implicaties ervan serieus nam. In de loop van haar leven publiceerde ze meer dan vijftig korte verhalen. | ||
+ | |||
+ | Bijna 15 jaar was ze een invloedrijke recensiecolumnist voor ''The Magazine of Fantasy & Science Fiction''. Haar eerste SF-verhaal was ''Nor Custom Stale'' in F&SF (1959). Opmerkelijke korte werken zijn onder meer Hugo-winnaar en Nebula Award-finalist ''Souls'' (1982), Nebula Award en Tiptree Award-winnaar ''When It Changed'' (1972), Nebula Award-finalisten The Second Inquisition (1970), ''Poor Man, Beggar Man'' (1971), ''The Extraordinary Voyages of Amélie Bertrand'' (1979), en ''The Mystery of the Young Gentlemen'' (1982). Haar fictie is genomineerd voor negen Nebula- en drie Hugo Awards, en haar genre-gerelateerde wetenschappelijke werk werd in 1988 bekroond met een Pilgrim Award. Haar verhaal ''The Autobiography of My Mother'' was een van de O Henry Prize- verhalen in 1977. Rond de tijd van de publicatie van ''The Female Man'' in 1975 kwam Russ uit de kast als lesbienne. | ||
+ | |||
+ | In haar latere leven publiceerde ze weinig, grotendeels vanwege chronische pijn en chronisch vermoeidheidssyndroom. Op 27 april 2011 werd gemeld dat Russ was opgenomen in een hospice na een reeks beroertes. Overleden in de vroege ochtend te Tucson, Arizona. |
Versie van 20 jan 2024 23:05
Geboren in de Bronx, New York City, New York. Joanna Russ was een Amerikaanse schrijfster, academische en radicale feministe. Haar ouders waren Evarett I. en Bertha (geboren Zinner) Russ, beide leraren. Haar familie was joods.
Ze begon al op zeer jonge leeftijd met het maken van fictie. In de daaropvolgende jaren vulde ze talloze notitieboekjes met verhalen, gedichten, strips en illustraties, waarbij ze het materiaal vaak met de hand inbond met draad. Als senior aan de William Howard Taft High School werd Russ geselecteerd als een van de tien beste winnaars van Westinghouse Science Talent Search. Ze studeerde af aan de Cornell University , waar ze studeerde bij Vladimir Nabokov, in 1957, en behaalde haar MFA aan de Yale Drama School in 1960. Ze was kort getrouwd met Albert Amateau. Russ doceerde aan Queensborough Community College van 1966-1967, aan Cornell van 1967-1972, SUNY Binghamton, van 1972-1975, en aan de Universiteit van Colorado, Boulder, van 1975-1977. In 1977 begon ze les te geven aan de Universiteit van Washington. Ze werd in 1984 hoogleraar en ging in 1991 met pensioen. Russ ontving in 1974-1975 een National Endowment for the Humanities fellowship.
Russ werd eind jaren zestig opgemerkt in de sciencefictionwereld, met name voor haar bekroonde roman Picnic on Paradise. In die tijd was SF een veld dat gedomineerd werd door mannelijke auteurs, die schreven voor een overwegend mannelijk publiek, maar vrouwen begonnen het veld in grotere aantallen te betreden. Russ was een van de meest uitgesproken vrouwelijke auteurs die de mannelijke dominantie van het veld uitdaagde, en wordt algemeen beschouwd als een van de toonaangevende feministische sciencefictionwetenschappers en schrijvers. Ze was ook een van de eerste grote sciencefictionschrijvers die slash-fictie en de culturele en literaire implicaties ervan serieus nam. In de loop van haar leven publiceerde ze meer dan vijftig korte verhalen.
Bijna 15 jaar was ze een invloedrijke recensiecolumnist voor The Magazine of Fantasy & Science Fiction. Haar eerste SF-verhaal was Nor Custom Stale in F&SF (1959). Opmerkelijke korte werken zijn onder meer Hugo-winnaar en Nebula Award-finalist Souls (1982), Nebula Award en Tiptree Award-winnaar When It Changed (1972), Nebula Award-finalisten The Second Inquisition (1970), Poor Man, Beggar Man (1971), The Extraordinary Voyages of Amélie Bertrand (1979), en The Mystery of the Young Gentlemen (1982). Haar fictie is genomineerd voor negen Nebula- en drie Hugo Awards, en haar genre-gerelateerde wetenschappelijke werk werd in 1988 bekroond met een Pilgrim Award. Haar verhaal The Autobiography of My Mother was een van de O Henry Prize- verhalen in 1977. Rond de tijd van de publicatie van The Female Man in 1975 kwam Russ uit de kast als lesbienne.
In haar latere leven publiceerde ze weinig, grotendeels vanwege chronische pijn en chronisch vermoeidheidssyndroom. Op 27 april 2011 werd gemeld dat Russ was opgenomen in een hospice na een reeks beroertes. Overleden in de vroege ochtend te Tucson, Arizona.