|
|
Regel 1: |
Regel 1: |
− | Hij streek met zijn dunne vingers over de zijkant van de doodskist en knikte waarderend. ‘Schitterend,’ mompelde hij met een door emotie omfloerste stem. ‘Werkelijk schitterend. Net wat ik altijd al had willen hebben.’ ‘Je hebt een hele mooie uitgezocht, jongen,’ zei een forse man met wit haar. Delphinia zei: ‘Mrrrauw.’ ‘Nou kijk eens of hij je past,’ riep het giechelende oude vrouwtje. Met een jongensachtige grijns op zijn gezicht klom Ludwig in de kist en wrong zich op zijn plaats. ‘Past precies,’ zei hij tevreden. ‘Meester ligt er mooi bij,’ mompelde Ygor met een scheef lachje. Toen vroeg de man met de behaarde klauwen of ze konden beginnen. Iedereen haastte zich naar zijn plaats.
| + | |