Persoon/1

Geboren te Amsterdam. Lambertus Jacobus Johannes Aafjes volgde enkele jaren gymnasiaal onderwijs aan het Ignatius College in Amsterdam en studeerde zeven jaar aan de klein-seminaries te Uden en Hageveld en aan het groot-seminarie te Warmond. Brak in 1936 zijn priesteropleiding af en maakte een voetreis naar Rome, waarna hij enkele jaren archeologie studeerde in Leuven en in Rome. Debuteerde in 1940 met de dichtbundel ‘Het gevecht met de muze’ die door het literaire publiek werd ervaren als een belangrijke vernieuwing van de poëzie. In datzelfde jaar jaar ontmoette hij Tine Wesseling ('Poesje'), met wie hij trouwde. Ze kregen vier kinderen, een zoon en drie dochters. Tijdens de Tweede Wereldoorlog dook Aafjes onder in Terband, Friesland. Aldaar werkte hij onder andere aan ‘Een kleine Odyssee’, een lang gedicht dat ten slotte het bekende ‘Voetreis naar Rome’ werd en dat na een deelpublicatie werd bekroond met de Rademaeker Schorerprijs. Na integrale publicatie in 1946 zorgde het gedicht voor grote opschudding in katholieke kringen. Schreef reisverhalen, proza, gedichten, kinderboeken, educatieve boekjes en maakte diverse vertalingen uit het Egyptisch, het Frans en uit het Grieks, waaronder de beroemde herdichting van Homeros’ ‘Odyssee’. In 1969 verscheen zijn eerste bundel speurdersverhalen over de legendarische Japanse rechter Ooka. In 1973 schreef hij het Boekenweekgeschenk, een Ooka-verhaal dat later ook als televisiespel werd uitgezonden. Ook de ‘Voetreis naar Rome’ werdt verfilmd (1975), net als het jeugdverhaal ‘Kleine Isar’ (1979). Eind 1992 werd Aafjes opgenomen in het ziekenhuis, omdat hij plotseling blind geworden was. De oorzaak hiervan bleek kanker. Overleden te Swolgen in zijn woning, verzorgd door de vrouw die een leven lang zijn metgezellin was geweest. Hij wordt begraven op het kerkhof in Swolgen.