Regel 1: | Regel 1: | ||
− | + | Lambertus Jacobus Johannes Aafjes werd in 1914 geboren in Amsterdam. Hij volgde enkele jaren gymnasiaal onderwijs aan het Ignatius College in Amsterdam en studeerde zeven jaar aaneminaries in Uden, Hageveld en Warmond. In 1936 brak hij zijn priesteropleiding af en maakte een voetreis naar Rome. Daarna studeerde hij enkele jaren archeologie in Leuven en Rome. | |
+ | |||
+ | In 1940 debuteerde hij met de dichtbundel ‘Het gevecht met de muze’. De bundel werd door het literaire publiek ervaren als een belangrijke vernieuwing van de poëzie. Datzelfde jaar jaar ontmoette hij ook zijn vrouw Tine Wesseling ('Poesje'). Ze kregen vier kinderen: een zoon en drie dochters. | ||
+ | |||
+ | Tijdens de Tweede Wereldoorlog dook Aafjes onder in Terband in Friesland. Daar werkte hij onder meer aan ‘Een kleine Odyssee’. Een lang gedicht dat tenslotte het bekende ‘Voetreis naar Rome’ werd en na een deelpublicatie werd bekroond met de Rademaeker Schorerprijs. Na integrale publicatie in 1946 zorgde het gedicht voor grote opschudding in katholieke kringen. | ||
+ | |||
+ | Ook schreef hij reisverhalen, proza, gedichten, kinderboeken en educatieve boekjes. Maar ook diverse vertalingen uit het Egyptisch, Frans en het Grieks, zoals de beroemde herdichting van Homeros’ ‘Odyssee’. | ||
+ | |||
+ | In 1969 verscheen zijn eerste bundel speurdersverhalen over de legendarische Japanse rechter Ooka. In 1973 schreef hij het Boekenweekgeschenk, een Ooka-verhaal dat later ook als televisiespel werd uitgezonden. Ook ‘Voetreis naar Rome’ werdt verfilmd (1975) en het jeugdverhaal ‘Kleine Isar’ (1979). | ||
+ | |||
+ | Eind 1992 werd Aafjes opgenomen in het ziekenhuis, hij was plotseling blind geworden. De oorzaak bleek kanker. Zijn vrouw - die een leven lang zijn metgezellin was geweest - verzorgde hem in hun woning in Swogen, waar hij 22 april 1993 overleed. Hij werd begraven op het kerkhof in Swolgen. |
Versie van 28 mei 2022 13:39
Lambertus Jacobus Johannes Aafjes werd in 1914 geboren in Amsterdam. Hij volgde enkele jaren gymnasiaal onderwijs aan het Ignatius College in Amsterdam en studeerde zeven jaar aaneminaries in Uden, Hageveld en Warmond. In 1936 brak hij zijn priesteropleiding af en maakte een voetreis naar Rome. Daarna studeerde hij enkele jaren archeologie in Leuven en Rome.
In 1940 debuteerde hij met de dichtbundel ‘Het gevecht met de muze’. De bundel werd door het literaire publiek ervaren als een belangrijke vernieuwing van de poëzie. Datzelfde jaar jaar ontmoette hij ook zijn vrouw Tine Wesseling ('Poesje'). Ze kregen vier kinderen: een zoon en drie dochters.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog dook Aafjes onder in Terband in Friesland. Daar werkte hij onder meer aan ‘Een kleine Odyssee’. Een lang gedicht dat tenslotte het bekende ‘Voetreis naar Rome’ werd en na een deelpublicatie werd bekroond met de Rademaeker Schorerprijs. Na integrale publicatie in 1946 zorgde het gedicht voor grote opschudding in katholieke kringen.
Ook schreef hij reisverhalen, proza, gedichten, kinderboeken en educatieve boekjes. Maar ook diverse vertalingen uit het Egyptisch, Frans en het Grieks, zoals de beroemde herdichting van Homeros’ ‘Odyssee’.
In 1969 verscheen zijn eerste bundel speurdersverhalen over de legendarische Japanse rechter Ooka. In 1973 schreef hij het Boekenweekgeschenk, een Ooka-verhaal dat later ook als televisiespel werd uitgezonden. Ook ‘Voetreis naar Rome’ werdt verfilmd (1975) en het jeugdverhaal ‘Kleine Isar’ (1979).
Eind 1992 werd Aafjes opgenomen in het ziekenhuis, hij was plotseling blind geworden. De oorzaak bleek kanker. Zijn vrouw - die een leven lang zijn metgezellin was geweest - verzorgde hem in hun woning in Swogen, waar hij 22 april 1993 overleed. Hij werd begraven op het kerkhof in Swolgen.