Geboren te Ficksburg, Oranje Vrijstaat. Was een Zuid-Afrikaanse schrijfster. Postma was een van de zes kinderen. Haar ouders waren Jacobus Wille en Martha Sophia Jacoba van der Walt, getrouwe leden van de plaatselijke gereformeerde kerk. Ze had drie broers (Friedrich, Nicolaas en Jacobus) en twee zussen (Martha Jacoba en Anna Johanna). Hier aan de grens met Lesotho leert ze Sotho spreken als haar eigen taal en haar contact met de lokale kinderen leidt later tot belangrijke werken in haar oeuvre. Ze gaat eerst naar de landbouwschool, waar ze bij een vrouw in de buurt van de school verblijft, en gaat dan naar de Ficksburg High School. Vervolgens kwalificeerde ze zich als lerares aan het Bloemfontein Normal College. Hier ontmoet ze ook haar toekomstige echtgenoot, Philippus Snyman Postma, zoon van Rev. Willem Postma, die onder het pseudoniem Dr. O'Kulis werd bekend als schrijver. Ze bracht zeven jaar les in de Vrijstaat en trouwde daarna na een lange relatie in december 1933 met Philippus, waarna ze hun huwelijksreis in Oost-Londen hielden. Ze woonden aanvankelijk in Bethulie, waar Philippus een leraar houtbewerking was aan de Pellissier High School. Hierna veranderen ze elke keer van woonplaats, wanneer Philippus relaties met andere scholen accepteert, en uiteindelijk meer dan 22 keer verhuizen. Ze blijven achtereenvolgens in Bethulie, Bloemfontein, Heidelberg in Transvaal, Queenstown, Dewetsdorp, Durbanville en dan weer in Heidelberg. In Durbanville geeft ze parttime les aan het Institute for Girls. Het echtpaar heeft zes kinderen en Minnie is een fulltime huisvrouw en moeder tijdens haar huwelijk. Haar oudste dochter, Wille Martin, is zelf een bekende schrijver. De andere dochters zijn Kumi, Werda en Yda, terwijl de jongen O'Kulis is. Philmi is het kleine meisje dat naar haar en haar man is vernoemd, maar jong stierf. Ze begon voor het eerst met schrijven en publiceren in 1948. Haar eerste werk is een reclameslogan voor overhemden, waarna een kort verhaal over een Sotho-meisje, 'Pulani, verschijnt uit de regen' in The Housewife. Minnie schrijft ook kinderverhalen zoals 'Kabouter Kapot' (waar de kabouter Kapot en het meisje Krummeltjie menselijke kinderen leren kennen in het sprookjesbos) en 'Bobbie van der Jaan' (waar oom Joseph een baviaan mee naar huis neemt en hij daar als een mens wordt). Enkele van haar radioverhalen voor kleinere kinderen zullen later in de serie Sonstraal worden gepubliceerd, waaronder 'Likkewaantjie en Penguin', 'Weglopertjies' en 'Kewaantjie en Kewyntjie'. Deze boekjes bevatten autobiografische elementen en zijn gebaseerd op verhalen die ze haar eigen twee kleine meisjes vertelde. Tot op de knie van de moeder: Bijbelverhalen voor jonge kinderen zijn ook gericht op jonge kinderen. Na de dood van haar man in Heidelberg in juni 1962 keerde ze terug naar het onderwijs en ging in 1964 wonen in het huis dat hun bejaardentehuis in Oost-Londen zou zijn. Ze geeft weeflessen aan het Technical College in Oost-Londen en privélessen in het Afrikaans voor immigranten en andere volwassenen. Eind 1969 verhuisde ze terug naar Heidelberg in Transvaal en in de jaren tachtig naar Nebohof, een bejaardentehuis in Sunnyside in Pretoria. Gedurende deze tijd houdt ze zich voornamelijk bezig met weven (waarvoor ze veel opdrachten krijgt), brieven schrijven, lezen en schrijven. Overleden in het HF Verwoerd Ziekenhuis te Pretoria aan coronaire trombose.