Midden in de nacht klopt er een man op Sanders deur. Hij voorspelt dat Sander nog maar twee weken te leven heeft. In de tijd die daarop volgt, wordt de jongen steeds banger. Wil iemand hem soms dood hebben? En waarom dan? Hij ontmoet een dertienjarig meisje en haar tante, die steeds opduiken als Sander hulp nodig heeft. Hebben zij soms ook iets te maken met de voorspelling?