Dolf Wega laat zich in een soort tijdmachine terugflitsen naar de Middeleeuwen om daar één middag een kijkje te nemen. Maar door een foutje komt hij in het jaar 1212 terecht in een Kinderkruistocht en niet op een riddertoernooi, zoals zijn bedoeling was. Verbijsterd ziet hij duizenden kinderen aan hem voorbijtrekken, die van plan zijn met hun blote handen het Heilige Land van de Sacrenen te bevrijden. En als hij om vijf uur die middag weer teruggeflitst moet worden naar zijn eigen tijd, gaat er tot overmaat van ramp iets mis.