De dertienjarige Iona wordt verwaarloosd door har rijke ouders, die in een bittere echtscheidingsprocedure verwikkeld zijn. Overdag dwaalt Iona eenzaam rond in het prachtige Londense herenhuis, ’s nachts wordt zij gekweld door duistere dromen. Tot ze door haar peetoom, een beroemd wetenschapper, wordt meegenomen op een expeditie naar Nepal. Maar in het ijzig koude Himalaya-gebergte kan Iona evenmin ontsnappen aan haar nachtmerries. Doodsbang rent zij tijdens een zware sneeuwstorm haar tent uit, verdwaalt en stort van een hoge bergtop naar beneden in de vallei. Wanneer Iona de volgende ochtend weer bij bewustzijn komt staart zij recht in de woeste, ondoorgrondelijke ogen ven een enorm harig monster dat zich dreigend over haar heen buigt...