Mik en moek gaan vissen. mik zoekt een worm. en moek maakt aas. dan gaan ze naar het meer. moek wacht op een vis. maar er komt geen vis. dan heeft mik beet.
Mik en moek gaan vissen. mik zoekt een worm. en moek maakt aas. dan gaan ze naar het meer. moek wacht op een vis. maar er komt geen vis. dan heeft mik beet.