Trompetterzwanen zijn zeldzame vogels. Maar Louis de Trompetterzwaan is wel een héél bijzondere vogel. Zijn levensgeschiedenis zou je kunnen karakteriseren als: Van zwaantje, dat nog geen piep kon zeggen, tot beroemde trompettist! Al kort na Louis' geboorte blijkt, dat hij geen stem heeft. Hij zal nooit die prachtige roep: Hoe-hoeh! kunnen laten horen waar Trompetterzwanen bekend om zijn. Louis heeft een jongen als vriend. Sam Beaver, die erg van de natuur en vooral van vogels houdt. En die zorgt er voor, dat de jeugdige zwaan naar school kan gaan om tenminste lezen en schrijven te leren. Maar dat lost het grootste probleem van Louis niet op: hoe hij indruk kan maken op de jonge mooie vrouwtjeszwaan Serena waar hij verliefd op is. Voor een vogel die geen geluid weet uit te brengen, is dat natuurlijk verschrikkelijk moeilijk. Maar dan doet Louis' vader een moedige maar helaas ook onwettige daad: de oude zwaan vliegt naar een stad en steelt er uit een muziekwinkel een echte koperen trompet, al is zijn vader - een keurige vogel - zijn goede naam helemaal kwijt. Louis is zijn vader dankbaar, maar hij wil ook de eigenaar van de muziekwinkel schadeloos stellen en de naam van zijn vader zuiveren. Dus moet hij geld gaan verdienen. Hij verlaat het veilige meer en neemt allerlei baantjes aan. Als signaalblazer in een jongenskamp; als muzikant bij de Zwaneboot, een soort rondvaartattractie in een groot stadspark; en hij speelt het zelfs klaar om samen met het befaamde Philadelphia-orkest een concert te geven. Zo overwint hij zijn gebrek, leert zich uitdrukken in de taal van de muziek, betaalt de schuld van zijn vader, en wint het hart van zijn Serena.