Joyce Jameson had een vooruitziende blik, een vooruitwetende geest. Zij wist van te voren wat zou gebeuren - feiten van dood en verschrikking. Maar in één opzicht faalde deze vreemde eigenschap van haar eigen toekomst in de bovennatuurlijke wereld van het kwaad. Joyce doorleefde een droom van geluk met haar man en beide kinderen. Tot Roger vreemd begon te doen... en als een nachtmerrie-achtige foltering drong tot haar door dat zijn lichaam in bezit genomen werd door haar boosaardige schoonvader. In wanhoop begon ze het satanisme te bestuderen, in de hoop de gebundelde krachten van het kwaad te bestrijden - tegen zichzelf te keren... te vernietigen.