Mariet krijgt plotseling een nieuwe vriendin. Op een winterse avond na paardrijles raakt ze in gesprek met een meisje. Valérie heet ze en ze ziet er in haar lange jurk heel ouderwets uit. Ze woont in een buurt die vroeger chic was, maar erg achteruit is gegaan. Ze zit op kostschool, maar nu - vlak voor de kerst - heeft ze vakantie. De nieuwe vriendinnen zien elkaar bijna elke dag. Mariet merkt dat niet alleen de kleren van Valérie ouderwets zijn. Alles aan haar is ouderwets. Ze schrijft bijvoorbeeld ‘mensch’ in plaats van ‘mens’. Net als onze overgrootouders deden! Niet iedereen is gelukkig met de nieuwe vriendin. Het paard Bles wil Valérie niet dragen. Bruun begint te grommen en te blaffen als hij haar ziet. En broer Ruud krijgt de griezels van haar. Hij is het ook die een vreselijke ontdekking doet.