Vader en moeder Pannenkoek betrekken met hun kinderen Gabri en Marloes een nieuw huis in een nieuwbouwwijk. Zo’n modern huis met veel ramen waar je van achteren doorheen kunt kijken; een huis, zou je zeggen, dat geen donkere hoekjes en gaatjes bezit waar iets geheimzinnigs verborgen kan zitten. En toch... De eerste nacht al horen Gabri en Marloes een vreemde stem die ook nog op een eigenaardige manier spreekt. Zij horen nooit een S. Ze gaan op onderzoek uit en ontdekken dan een spin, geen gewone... nee, hij kan spreken en is wel zo groot als vaders hand. Maar slim is hij ook; Hij laat zich zo maar niet vangen! En als de hele familie op jacht gaat naar de spin, komen zij in veel malle situaties terecht en beleven de dolste avonturen. De spin zet de stad op stelten, brengt de burgemeester tot wanhoop, verstoort de poppenkastvoorstelling en bezorgt de krantenmensen grijze haren. Als Flim, de reuzespin eindelijk zijn kunstgebitje krijgt, kan hij de S zeggen en is hij gewoon Slim, maar dat was hij toch al.