Merlijn, de beroemde tovenaar van koning Arthur, leeft achteruit. Dat doet hij al vijftien eeuwen lang, terwijl hij in een diepe toverslaap gedompeld is. Niet te verwonderen dat de stokoude man op een dag als een jongetje van zes wakker wordt. Omdat Merlijn steeds jonger wordt, wil hij zo gauw mogelijk weten waarom hij achteruit leeft. Zijn zoektocht brengt hem bij zijn ouders en hun hond Blaffer. Op school maakt Merlijn een enorme indruk. Hij overhaalt zijn klas tot een reisje naar Camelot, waar ooit de burcht van koning Arthur en de ridders van de Ronde Tafel stond. Merlijn hoopt er het geheim te kunnen ontsluieren. Maar de plannen van de klas worden gedwarsboomd...