Parijs, 1934. In de menigte voor de Notre-Dame vindt een wilde achtervolging plaats. De jonge Vango wordt verdacht van moord en de politie wil hem arresteren. Maar hij wordt ook bedreigd door duistere figuren. Zijn het Russische spionnen? Wat willen zij van Vango? Heeft het te maken met zijn geheimzinnige afkomst?
Met hulp van de commandant van een zeppelin en van Ethel, een beeldschone Schotse miljonairsdochter, probeert Vango uit handen van zijn achtervolgers te blijven. Zijn vlucht voert hem van de Eolische Eilanden naar de Bodensee en via Brazilië naar Schotland. Tegen de achtergrond van de roerige jaren dertig beleeft hij een adembenemend avontuur.