De wereld gaat aan vlijt ten onder is de titel en het uitgangspunt van deze geestige roman. Het is óók´k de overtuiging van de hoofdpersoon in dit boek, de beminnelijke, zwerflustige barkeeper Alec J. Weatherwood, die op gezette tijden pleegt op te duiken in het eens zo rustige Oaklake. Maar Oaklake is in de loop der jaren uitgegroeid tot een research-centrum -. een van die plekken op aarde waar men hard werkt aan de ontwikkeling van middelen die de mens in staat moet stellen nóg harder te werken. Dat is, natuurlijk, een streven dat niet op de steun of sympathie van Alec. J. Weatherwood hoeft te rekenen, maar waarin hij tegen wil en dank wordt betrokken. Onnodig te zeggen dat hij er uiteindelijk als overwinnaar uit het strijdperk treedt - opmerkelijker is het dat hij, zijn overtuiging getrouw, met een minimum aan inspanning zijn gelijk bevestigd ziet.