Hoewel de Behemothen tot staan zijn gebracht, is de oorlog nog niet gewonnen. Jente is gedegradeerd tot struikrover en houdt zich bezig met het overvallen van transporten. Tot ze de verkeerde prooi treft. Na een hevig gevecht met een groep Mingokrijgers, waarbij ze de broer van sire Hreyen verwondt, wordt ze gevangengenomen. Haar roemruchte leven lijkt ten einde. Nuru is op weg naar de hoofdstad van de Nandruli, om zijn volk te waarschuwen en te vragen of het, samen met de andere volkeren, op wil trekken tegen de Behemotische dreiging. Maar dat kan hem alleen lukken als hij zijn broer van de troon stoot en zelf de leiding neemt. In het slot van de trilogie openbaart zich langzaam maar zeker de rol van de geheimzinnige Herlewinne. Het verhaal wordt getekend door zowel innerlijke strijd als de oorlog tussen de volkeren. Maar eer, innige vriendschap en niet te vergeten liefde, lopen er als een rode draad doorheen.