Midden in een broeierige hittegolf ontvangen twee jonge dertigers met de post een heremietkreeft. Kort daarvoor kondigde een vriendin aan dat ze in verwachting is, wat bij de twee oud verdriet naar boven haalt.
Ze leven in een beklemmende wereld waar de rijken naar het koelere Noorden zijn getrokken en drones de openbare orde bewaken. Ondanks de zinderende hitte maken ze fietstochten met hun vrienden, houden ze feestjes waar de drank rijkelijk vloeit, en filosoferen ze over hoe alles anders had kunnen zijn, over tijdreizen, beleggen, het koloniseren van andere planeten.
De zoektocht naar de afzender van de kreeft voert hen intussen naar duistere kelders, zelfhulpgroepen op het internet, virtuele realiteiten en uitgedroogde bossen. Ze keren ook terug naar de plek van hun jeugd, waar ze, in de schaduw van de oude koolmijn, droomden over hun toekomstige leven.