Het verhaal van Fosca, vorst van de stadstaat Carmona in het veertiende-eeuwse Italië, die verteerd wordt door het verlangen de wereld naar zijn hand te zetten en een onsterfelijkheidselixer drinkt dat hij bij toeval in handen krijgt. Het is tevens het verhaal van de actrice Régine, die Fosca in de twintigste eeuw ontmoet nadat hij als vertrouweling van Karel V, ontdekkingsreiziger met Jacques Cartier en revolutionair tijdens de Franse Revolutie door de wereld en de geschiedenis is gereisd. Régine vindt het een onverdraaglijk idee dat haar roem even kortstondig is als haar leven en waant zich gered voor de eeuwigheid wanneer ze Fosca tot haar minnaar weet te maken. Tot haar ontzetting ontdekt ze geleidelijk dat de conclusie waartoe hij reeds veel eerder is gekomen maar al te veel waarheid bevat: Fosca's onsterfelijkheid is niets meer of minder dan een vloek. Omdat hem de mensheid om hem heen even vreemd is als een uit de hemel gevallen meteoriet, is hij gedoemd nooit de waarheid van deze eindige wereld te begrijpen: de absoluutheid van elk vergankelijk bewustzijn.