Guido Eekhaut ontpopt zich, in mijn perceptie, steeds meer als een veelschrijver, of veelpublicist, zo je wilt. Verhalen, novellen, romans, in grote hoeveelheden. Niets is hem te gek. Hij heeft bijvoorbeeld een immense voorsprong op leeftijdgenoot Charles van Wettum, die nog maar net komt kijken op schrijversgebied, niet alleen in aantallen verhalen, maar ook in routine en ervaring. Al moet ik zeggen dat Charles zich kranig weert en beide mannen er de sokken in zetten. Getweeën hebben ze er duidelijk zin in om nog jaren prachtige dingen te maken en ons meermalen te verrassen en plezieren, zodanig dat ik er dan weer een recensie over kan schrijven. Wat mij betreft een win-win situatie!!!

Terug naar Guido! Een novelle in de onvolprezen Rare Boekjes reeks! Daar kunnen we geen genoeg van krijgen! Nummer 65 alweer in de reeks en getiteld: De verdwenen volken van de aarde. Een verhaal dat wel wat Steampunk-achtigs heeft, al zegt ik het zelf, maar meer waarschijnlijk dat het zich afspeelt aan het einde (zo rond 1880) van de negentiende eeuw.

Majoor Pomeroy krijgt van de British Geographical Society de opdracht als expeditieleider met een grote groep wetenschappers naar de Pyreneeën af te reizen. Hij moet zien te achterhalen wat er is gebeurd met het Grote Volk. Volgens de tweeduizend jaar oude geschriften van de oude Griekse historicus, geograaf en filosoof Strabo van Amasia, werden de bergen in de Kaukasus en Pyreneeën bewoond door stammen die eens per honderd jaar opdoken en daarna weer verdwenen. Hij schreef over een wild en ontembaar volk, waarmee Grieken en andere beschaafde lieden mee in conflict waren gekomen. Ook de grote Griekse filosoof en wetenschapper Aristoteles maakte gewag van vreemde stammen die in de randgebieden van de Griekse beschavingssfeer leefden, en die slechts occasioneel gezien werden. Er kon amper handel gedreven worden met hen, omdat ze onbetrouwbaar waren. Dat kan ook niet anders, wanneer je na, laat ons zeggen, enkele maanden van de aardbol verdwijnt, en pas tien jaar later weer opduikt. Je kon ook geen oorlog met ze voeren, om dezelfde reden.

Guido verhaalt nog meer over dat vreemde verschijnende en weer verdwijnende volk, maar het idee moge zo wel duidelijk zijn. Naar dit volk zijn al verschillende Franse expedities op zoek geweest, maar al deze speurtochten bleven zonder resultaat. De Britten konden op hun beurt niet achterblijven, dus werd er door de Britse overheid beroep gedaan op de British Geopgraphical Society.

Welaan, wederom een prachtig en intrigerend idee voor een verhaal, zou je zeggen. En… dat is het ook! Majoor Pomeroy vindt veel… maar ook weer niet! De verloren volken van de aarde is een prachtig en inventief verhaal, dat dwingt tot nadenken. Dat heb ik uiteraard gedaan en kwam er niet uit. Maar goed ook… ik mocht eens verdwijnen!