Als ik voor mijn raam uitkijk over de spierwitte torens van Surdus, denk ik altijd aan vluchten.

Voor Acht is elke dag hetzelfde. Elke dag leeft ze volgens een strenge leer die haar klaarstoomt voor een zinvol bestaan overzee. Elke dag gaat ze op in een massa van duizenden andere meisjes die precies op haar lijken.

Maar Acht voelt zich anders. Ze voelt zich iemand en dat is een probleem. Want iemand zijn is verboden, en kan haar in groot gevaar brengen. Dan ziet ze haar tussen de anderen en is er voor Acht geen weg meer terug. Ze zal moeten ontsnappen. Samen met haar. Maar wie is zij?