In het jaar 1171 NGT is de levensverwachting van de dragers van een cellenactiveerder nog maar weinig meer dan zestig jaar, nadat HET de levenschenkende apparaten heeft teruggeëist. Het is duidelijk dat de superintelligentie zich moet hebben vergist want HET heeft ze bij het overhandigen van de cellenactiveerder geen 2000, maar 20.000 jaar gegeven om hun kosmische opdrachten te vervullen. Het is dus voor iedereen van het grootste belang de superintelligentie op te sporen en met de feiten te confronteren, in de hoop dat de betrokkenen hun cellenactiveerders terugkrijgen en daardoor weer langer kunnen leven. Naarmate de tijd verstrijkt worden de zoekers zich steeds sterker bewust van het enorme belang van de speurtocht. Want het wordt steeds duidelijker dat de superintelligentie zelf in grote moeilijkheden verkeert en hulp nodig heeft. In de verre galaxie Truillau, het machtsgebied van de Bewaarder, komt het doel van een andere, niet minder dramatische speurtocht naderbij: de speurtocht van Gesil naar de vader van Monos. Momenteel leeft Gesil op het woonschip van de Bewaarder als in een gouden kooi. De geheimzinnige Bewaarder zelf laat zich niet zien, maar wel maakt zij kennis met de werelden van Truillau...