Damon en Deidre hebben verre voorouders uit het magische volk, de Sidhe. Damon moet zich aan bepaalde regels houden. Hij mag niet in het maanlicht staan, en nooit met blote voeten in het zand. Nonsens, larie. Hij doet het toch! Binnen enkele seconden beginnen zijn tenen te tintelen. Snel volgt een hevige jeuk. Kramp, een eerste pijnscheut. Maar Damon wil niet opgeven. Hij zal bewijzen dat het bijgelovig gedoe is. Met moeite kan hij zijn voeten uit het zand losrukken. En dan ziet hij zijn tenen: ze zijn minstens tien centimeter langer geworden en eindigen in kronkelige spitsen.