Als ik eerlijk ben (en dat ben ik nu), dan moet ik bekennen dat ik Martijn Kregting al sinds 2019 genegeerd heb. Niet qua zijn losse verhalen natuurlijk, maar daar kom ik wat later op terug. Ik heb het met negeren over Als een leven botst. Ter verdediging ende (ik moet er nu zelf ook wel (weliswaar besmuikt) om lachen) vermaeck, ga ik daar nu een paar redenen voor opgeven. Allereerst dacht ik (zonder enige vorm van weten), dat het een non fictie boek was. Waarom? Geen idee. Ik dacht het en verder niets. Misschien dat daar op enigerlei wijze de titel daar debet aan was, maar dat was niet met zekerheid te zeggen. Als we het toch over de titel hebben, dan was dat de tweede reden. Ik vond het zomaar een titel die prima hoorde bij een boek die ging over iemand die een moeilijk leven had en constant met zijn eigen leven botste. Klinkt toch logisch, niet? En als laatste reden vond ik het (sorry, sorry) een spuuglelijke cover, waarvan ik het ook niet doorhad (niet goed bekeken om de voorgaande redenen, zo klaar als een klontje dus), dat beide mensen niet tegen een bal staan aan te duwen, maar dat er een geestelijke spanning tussen beide mensen heerste, wat het voorgaande weer op een (on)behoorlijke manier versterkte. Ik ben de eerste (hoeveel boeken heb ik wel niet gelezen in mijn leven) die toe kan geven dat een omslag absoluut niet als zaligmakend mag gelden. Er zij wel meer draken (nogmaals sorry) van omslagen, waarbij het verhaal zelf briljant is. Uiteraard las ik, overtuigd van mijn eigen gelijk, de beschrijving niet. En zo… zo was voor mij het cirkeltje rond en de ‘Martijn Kregting’ kous, af!

Goed… of niet goed natuurlijk, zo vergleden een aantal jaren. Soms kwam Als een leven botst nog eens voorbij en negeerde ik het glashard verder, tot… het boek Als werelden botsen (De Tijdwever, deel 1) en het verhaal De Toegang in Verhalen Vertellers 6 verscheen. Dat las ik en dacht toen: ‘Verdomd!”, gevolgd door: “Shit” en “Oh, oh!!!” Terwijl niet maar één kwartje viel, maar een hele spaarpot. Ik schreef toen maar gauw in die recensie: “Absoluut fascinerend verhaal wat de zin in het lezen van zijn twee boeken (Als een leven botst en Als werelden botsen) alleen maar toe doet nemen! Hoe dit verhaal zich verhoudt tot de twee boeken is nog wel even de vraag. Is dit het begin, of is het een losstaand verhaal in hetzelfde universum? De tijd zal het leren. Beide boeken liggen reeds klaar ter recensie. Later dus… hopelijk niet veel later, meer!!!”

Hoe het ook zij én om kort te gaan… ik heb Martijn Kregting behoorlijk te kort gedaan. Mijn nederige excuses voor het negeren! Als een leven botst is een sciencefiction boek dat klinkt als een klok en leest als een intercity. Tijdreizen, andere dimensies en dies meer zij, alsmede in prettig leesbare zinnen geschreven, maken het tot een geweldig verhaal en dat niet alleen… maar ook een prima prequel van De Tijdschouwer trilogie.

Alles begint met het voorstellen van Brigadier Steffen, een spreekwoordelijke olifant in een porseleinkast. Hij is niet vies van een glaasje (of twee) alcohol en zijn carrière staat op het punt van uitdoven, als hij samen met forensisch rechercheur Merel Rogers de leiding krijgt over een onderzoek naar de vondst van vijf door geweld om het leven gekomen mensen in een oude kelder. Er komen vreemde zaken aan het licht. Dingen die nog helemaal niet kunnen bestaan en dingen die klaarblijkelijk hun beslag in de toekomst zullen hebben.

Absoluut onderschat en genegeerd boek, dat niet door mij genegeerd had mogen worden, maar dat toch gebeurde. Ik hoop maar dat dit verslag tot eerherstel leidt, want dat verdient dit fascinerende verhaal absoluut. Binnen niet te lang de recensie van het vervolg, Als werelden botsen, boek 1 van De tijdwever.